In de komende nieuwsbrieven stellen de leden van het Regionaal Coördinatieteam (RCT) zich één voor één aan de regio voor. Ze vertellen wie ze zijn en wat ze op het gebied van antibioticaresistentie willen bereiken in de regio. Deze keer is het woord aan….
Jan Christiaanse: ‘Ik ben huisarts en zit sinds juni in het RCT van het zorgnetwerk Antibioticaresistentie (ABR) voor Zuidwest-Nederland. Binnen het RCT hebben we veel ideeën over een efficiënte bestrijding van antibioticaresistentie. We zijn nu aan het kijken welke we verder gaan uitwerken. Vanuit mijn functie als huisarts denk ik na over hoe we de duizenden huisartsen in deze regio kunnen betrekken bij het werk van ABR. Gezien de grootte van de doelgroep en de complexiteit van het onderwerp doe je dit niet zomaar even. Dit vraagt om een zorgvuldige aanpak en daar nemen we de tijd voor.’
Jan in het kort
Leeftijd: 62 jaar
Getrouwd: Ja
Kinderen: 2 zoons en 1 dochter
Hobby’s: Portugal, reizen, lezen,
Sport: fitness en yoga
Belangrijke doelgroep
‘Huisartsen hebben een belangrijke rol in het voorkomen van antibioticaresistentie, want 40% van alle antibiotica wordt voorgeschreven door deze doelgroep. Als eerste wil ik dat huisartsen goed worden geïnformeerd over dit onderwerp. Dat ze weten waar ze terecht kunnen met vragen. Wat houdt antibioticaresistentie in en hoe kunnen ze dit herkennen in hun praktijk? Om eenduidig te gaan werken moeten we met elkaar afspraken maken. Hoe zorgen we dat patiënten over dit onderwerp op een heldere en eenduidige manier worden geïnformeerd? Dat zijn allemaal vragen waarop we met elkaar antwoord moeten geven. We gaan hierover ook in gesprek met Leerpunt KOEL. Dit Leerpunt levert geaccrediteerde (na)scholing aan professionals en organisaties in de eerstelijnszorg in Nederland.’
Huisarts als ondernemer
‘Binnen het RCT en ABR vind ik het belangrijk om begrip te creëren voor de rol en het werk van een huisarts. Bijvoorbeeld over het feit dat huisartsen zelfstandige ondernemers zijn die hun brede medische deskundigheid moet combineren met organisatorische taken. Dit zorgt bij deze doelgroep regelmatig voor een spagaat als zorg-ondernemer. Enerzijds zijn ze verantwoordelijk voor het bieden van goede zorg anderzijds hebben ze ook de verantwoordelijkheid voor de zakelijke en praktische kant van het vak.
Om huisartsen goed te bereiken, moeten we dit zeker meenemen in onze communicatieplan. Ik wil dat onze aanpak werkbaar is voor huisartsen en dat dit niet teveel extra werk oplevert. Ook moeten we bijvoorbeeld kijken naar accreditatie van deze doelgroep met betrekking tot dit onderwerp. Vanuit het RCT wil ik daarnaast zorgen voor meer bewustzijn en begrip tussen de eerstelijnszorg en tweedelijnszorg. Het delen van onze kennis en ervaringen is hierbij erg belangrijk. Met een focus op optimale patiëntenzorg, want aan het eind van de dag blijft dat toch het belangrijkste doel van ons werk als medisch specialisten.’