Als een patiënt BRMO-drager is

Op deze pagina kun je stappen vinden over BRMO-dragerschap van patiënten.

Als een patiënt BRMO-drager is

Je patiënt draagt een bijzonder resistent micro-organisme (BRMO) met zich mee. Dit heeft ook gevolgen voor de huisartsenzorg.

Hoewel Nederlandse huisartsen terughoudend zijn met het voorschrijven van antibiotica, neemt de incidentie van antibioticaresistentie ook bij ons toe. Er zijn steeds meer mensen met bijzonder resistente micro-organismen (BRMO). De NHG-standaarden houden rekening met het voorkomen van antibioticaresistentie, bijvoorbeeld door het adviseren van een eerste-keus-middel of het afnemen van een kweek. Er is (nog) geen specifieke richtlijn voor huisartsen die aangeeft wat je het best kunt doen bij een infectie met of dragerschap van BRMO. Hieronder zetten we de belangrijkste adviezen op een rij (bron).

  1. Noteer in het HIS. Gebruik hiervoor ICPC-code A99.02 en voeg een probleemstatus toe.
  2. Informeer je patiënt. Maatregelen zijn in de thuissituatie niet nodig. In een andere setting kunnen er wel maatregelen gelden. Het is belangrijk dat je patiënt zijn BRMO-status doorgeeft aan zorgverleners.
  3. Overweeg eradicatie bij MRSA-dragers. Vooral bij risico op infecties, als patiënt of huisgenoot in de gezondheidszorg werken of als patiënt in een zorginstelling komt. Eradicatie is minder zinvol als de kans op herbesmetting groot is.
  4. Kweek laagdrempelig bij een infectie. Soms is het nodig het antibioticabeleid hierop aan te passen.
  5. Overweeg preventieve maatregelen. Neem maatregelen bij potentieel contact met bloed of ander lichaamsvocht, slijmvliezen, niet-intacte huid of materialen die mogelijk besmet zijn. Kies afhankelijk van de situatie welke beschermingsmaatregelen nodig zijn.
  6. Vervolg dragerschap. Overweeg kweken af te nemen na 1 jaar, bij voorkeur in overleg met een arts-microbioloog.

Informeer de patiënt

Om de patiënt te informeren kunt u het volgende doen:

Wilt u (een deel van het) pakket aan producten ontvangen? Stuur dan een e-mail naar mailproject.mmiz@erasmusmc.nl.

Transmurale werkafspraken

De BRMO-status van een patiënt hoort onderdeel te zijn van de medische overdracht. Wanneer het BRMO-dragerschap bekend is, moet u dit voor opname of overdracht vermelden. U als behandelend arts bent hiervoor verantwoordelijk. Ook bij het ontvangen van correspondentie over BRMO-dragerschap van een patiënt bent u verantwoordelijk voor de registratie in het HIS. Het is van belang de patiënt duidelijk te maken dat hij het BRMO-dragerschap zelf ook actief moet melden bij contact met andere zorgverleners. Ter waarborging van de communicatie kunt u BRMO-dragerschap het beste registreren onder ICPC-code A99.02 (Dragerschap met risico voor nageslacht/omgeving) en kunt u de episode een probleemstatus toekennen. Zo voorkomt u dat de episode uit beeld verdwijnt. Noem bij eventuele verwijzing van een patiënt na verblijf in een buitenlands ziekenhuis het potentiële dragerschap in de verwijsbrief. Bij spoedverwijzingen kunt u dit het beste telefonisch mededelen. Soms zult u gevraagd worden om voorafgaand aan het polikliniekbezoek of de opname kweken af te nemen.

Richtlijnen

Artikelen

H&W (2019): BRMO in de eerste lijn 

Scroll naar boven